Om te weten of u een doorzetter bent, moet u aan een aantal eigenschappen voldoen. Als eerst moet u discipline hebben. U bent zelfstandig dus u kunt uzelf aan het werk zetten, zelfs wanneer u totaal geen zin erin heeft. Verder moet u kunnen omgaan met kritiek. U voelt zich niet zo snel aangevallen als iemand kritiek levert. Sterker nog u kunt ernaar luisteren zonder geërgerd te raken en met behulp van deze informatie een beter resultaat opleveren. Verder moet u uw eigen ongelijk erkennen. U kunt toegeven dat u het een keertje mis kan hebben, dus niet koppig zijn. U bent ervan bewust dat u niet alle wijsheid in pacht hebt. U kunt omgaan met mislukkingen. Er is altijd een mogelijkheid dat er iets verkeerds gaat en u moet kunnen omgaan met zulke situatie en niet boos worden als er zoiets gebeurt. In gedachte moet u hebben "Van fouten kan ik leren!". Verder moet u kalm blijven. Het kan zijn dat u hoge pieken en diepe dalen zult treffen, maar u zal rustig en bedachtzaam moeten blijven. U probeert zoveel mogelijk de situatie onder controle te houden door zelf rustig te blijven. De competentie 'Doorzetten' hoort bij de onderzoeker en de doener.