Bij de competentie kennisgerichtheid moet je ten eerste gebruik maken van basis- en specifieke kennis. Je duikt graag in de boeken of zoekt op het internet, om uiteindelijk in een nieuw onderwerp te verdiepen. Verder moet je gegevens kunnen analyseren. Je kunt gegeven uit een onderzoek goed bekijken en beoordelen. Het zet je aan het denken en je legt verbanden. Je neemt de gegevens niet alleen droog aan maar je kunt er ook mee verder werken. Ook moet je hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden. Je krijgt bij een onderzoek heel veel informatie. Jij kunt goed bepalen wat belangrijk is en wat niet. Je richt je op alleen de belangrijke zaken. Verder leg je de lat hoog. Je denkt graag na over moeilijke onderwerpen en je maakt het jezelf niet makkelijk. Je stelt hoge eisen aan jezelf.  Als laatst kun je positioneren van je eigen onderzoek. Dit houdt in dat je altijd goed op de hoogte bent van waar anderen mee bezig zijn die een vergelijkbaar onderzoek doen. De competentie 'Kennisgerichtheid' hoort bij de ontwerper en denker.